Architectuur /   |   20 december 2023

ABC, ik doe niet meer mee! 

Avatar foto Bastiaan Zuiderhoek

Dit is wat we onze kinderen horen zeggen als ze ergens klaar mee zijn, meestal tijdens het spelen met andere kinderen. Wist je dat veel architecten dit op het werk ook ervaren, en toch doorgaan?  

Herken je het volgende? ‘Dit is toch eigenlijk geen architectenwerk?​’, ‘Die ander doet z’n werk niet goed en daar heb ik last van​’, ‘Ik kan geen nee zeggen​’, ‘Ze weten me wel te vinden als er problemen zijn​’, ‘Er is te weinig capaciteit voor de ambities van architectuur​’, ‘Ik kom niet toe aan uitwerken, zit de hele dag in vergadering​’, ‘Ik heb te weinig focustijd​’, ‘Ik kom te weinig toe aan mijn echte werk​’.  Je bent dus druk met van alles, maar ook met juiste dingen?  

Architectuur-ABC 

Doe dan eens een ‘architectuur-ABCtje’. Hierbij verdeel je je dagelijks werk in 3 categorieën:  
 
A – architectuurwerk: van het opstellen van architecturen, het duiden en toelichten van die architecturen tot het ondersteunen van besluitvorming met deze architecturen. 

B – brandjes blussen: bijdragen aan het oplossen van acute problemen zoals productieverstoringen en scherp bijsturen in verandertrajecten.  

C – compenseren: het ‘dichtlopen van de gaten’ en feitelijk andermans werk doen (omdat je het kunt of vroeger gedaan hebt) 
 
Je zult zien dat de A vaak lager scoort dan verwacht. Waarom is dat? 

Je volgt de waan van de dag, dingen met urgentie (maar niet per se met prioriteit of belang). Rolverdeling is onduidelijk, of bepaalde rollen ontbreken. Doordat je als architect meestal overal wel wat vanaf weet (en werkt en redeneert vanuit het overzicht dat je hebt), spring je in het gat. Een ander aspect kan cultureel zijn: geen nee (durven) zeggen, of een cultuur van ‘redders’ hebben. 

Risico’s, kansen en begrenzing 

Is dat eigenlijk erg om een deel van je tijd bezig te zijn met brandjes blussen of compenseren? Wat zijn hiervan de risico’s, maar ook kansen? En zou er een logische begrenzing mogelijk zijn en hoe herken je die? 

In het algemeen zou je kunnen zeggen dat, als je ‘overal achteraanloopt’, je als architect minder serieus wordt genomen en het onduidelijk is wat voor rol je vervult. Architectuur is al niet voor iedereen duidelijk. Het helpt dan niet om van alles te doen wat we niet tot het architectuurvak rekenen. Het leidt bovendien tot gemakzucht bij de ander: ‘de architect lost het wel op’.  
 
Het gaat dus om het vinden van een goede balans tussen A, B en C. 

Tip 1: Ratio-blussen 

Stel je, als gedachte-experiment, eens voor dat je als architect alléén maar bezig bent met brandjes blussen, oftewel: inspringen bij (project)activiteiten waar wat verkeerd gaat, waar paniek heerst of waar om urgente besluiten wordt gevraagd. Je verkeert dan als architect in een continue staat van paniek, richt je op kortetermijnoplossingen, bent aan het ‘pleisters plakken’. Terwijl architectuur zich juist zou moeten richten op het voorkomen van paniek en architectuurwerk zich zou moeten richten op de lange termijn.  

Aan de andere kant: als architect heb je overzicht en vaak ook veel kennis van een (bedrijfs- of inhoudelijk) domein. Dit kan enorm helpen om tot de juiste besluiten te komen in geval van crisis of paniek en daarmee lever je dus direct en zichtbare waarde voor de organisatie. Een logische begrenzing is dat je als architect ‘ratio brengt’ in de paniek en niet meegaat met allerlei sentimenten en al dan niet gefundeerde meningen. Dus wel meehelpen met blussen, vanuit de sterke kanten van de architect: vanuit overzicht en met oog voor de lange(re) termijn. 

Tip 2: Noodzaak-compenseren 

Als tweede gedachte-experiment nemen we de situatie dat je als architect alleen maar compensatiegedrag vertoont. Dus bezig bent met werk dat eigenlijk aan andere rollen of functies toebehoort. Het risico hiervan is dat je andere rollen (uitgaande van de situatie dat die wel zijn ingevuld!) niet de kans geeft (‘ik doe het zelf wel, gaat veel sneller’). In het geval deze rollen niet zijn ingevuld is het risico dat de organisatie dit niet als een probleem ziet, het werk wordt immers gedaan. Maar aan je architectuurwerk kom je niet meer toe! Je vult dus het ene gat maar creëert een ander. Voordelen van compensatiegedrag zijn er ook. Het is goed om eens ‘de randen’ van architectuurwerk op te zoeken, daar leer je veel van (meestal ook omdat het meer ‘poten in de modder’ is dan wat je als architect gewend bent) en je bouwt er zinvolle kennis mee op. 

Een logische begrenzing van ‘compenseren’ is dat je als architect compenseert waar dat echt noodzaak is, oftewel als er hoge risico’s zijn verbonden aan het niet-compenseren. Voorwaarde daarbij is dat je aan de organisatie duidelijk maakt dat dit eigenlijk niet bij je rol hoort en dat je een volgende keer niet nog eens gaat inspringen. Anders blijft het sentiment ‘maar het ging toch goed zo?’ overeind en krijgt compensatiegedrag een repeterend karakter. 

Bezinning 

Hoe zit het met jouw ABC? Een goed moment om je dit eens af te vragen, de komende feestmaand waarbij je hopelijk even afstand neemt van je werk. En voer deze activiteit vooral ook uit met je architectuurteam om gezamenlijk oorzaken en oplossingen te vinden, en daarmee B en C tot aanvaardbare proporties terug te dringen 

Solventa voert de ABC analyse vaak uit tijdens het traject voor het professionaliseren van de architectuurfunctie. Interesse? Neem contact met ons op.  

Contact
Welke stap ga jij zetten?

Sta je aan het begin van een proces van transformatie of disruptie? We verkennen graag samen met jou of onze diensten van toegevoegde waarde kunnen zijn in jouw traject. Ook als je al wat meer gevorderd bent met de transformatie of disruptie en hulp zoekt in het verder vormgeven daarvan, is zo’n verkenning zinvol. Zet vandaag de eerste stap in het realiseren van je ambities en neem contact op voor een vrijblijvende verkenning, door te bellen met 030 602 82 80 of door het contactformulier in te vullen.

Bespreek de mogelijkheden
3