Wat kan voetbal ons leren over architectuurprincipes?
Voetbal als metafoor
Het EK voetbal staat voor de deur. De oranjekoorts begint al onderhuids te kriebelen en zal langzamerhand naar onverantwoorde temperaturen stijgen. Vaste voetbalvolgers en gezelligheidssupporters (mensen die normaal niks met voetbal hebben, maar samen naar oranje kijken wel gezellig vinden), staan naast elkaar met de hand op de borst het Wilhelmus mee te brullen en juichen bij een goal van Memphis Depay of een succesvolle tackle van Virgil van Dijk (andersom mag ook). Voorafgaand aan en tijdens het EK staat één ding vast: een constante discussie over de speelwijze. Geen praatprogramma gaat voorbij zonder te reppen over 4-3-3, 4-4-2 of 5-3-2.
Ik mag mezelf wel beschouwen als een vaste voetbalvolger. Vroeger als speler, tegenwoordig als trainer / coach van Delta Sports Meiden onder 11-1 (Let’s Go!) en altijd wel als bankzitter (thuis op de bank voor de tv wel te verstaan, chippie en een pilsie aan m’n zij). Mij valt op dat het steeds minder over systemen gaat, maar meer over spelprincipes: “ook met 5-3-2 kun je aanvallend voetbal spelen, het hangt af van de spelprincipes”, aldus Pierre van Hooijdonk, Youri Mulder of welke willekeurige voetbalanalist. Dit is niet alleen mij opgevallen. Magazine De Voetbaltrainer interviewt al 35 jaar trainers in de top en bij de amateurs. De belangrijkste trend: steeds vaker komen spelprincipes terug als basis voor de speelwijze.
Dit triggert ook de enterprise architect in mij. Wij hebben het immers ook vaak over systemen en principes. En als voetbal een metafoor is voor het leven (Jean-Paul Sartre), zouden we er dan ook niet wat lessen uit kunnen halen voor onze praktijk?
Spelprincipes in het voetbal
Allereerst, wat zijn spelprincipes en waarom hebben we het er steeds meer over? Hiervoor maak ik dankbaar gebruik van de site van voetbaltrainer.
Spelprincipes zijn de intenties waarmee een team speelt binnen de verschillende teamfuncties (aanvallen, verdedigen en omschakelen). De principes geven duidelijk aan wat er van spelers wordt verwacht. Een paar voorbeelden:
- Verdedigend: ‘Als de bal beweegt, bewegen wij in dezelfde richting mee’
- Omschakeling V –> A: ‘Als we de bal veroveren, kijken we eerst of we diep kunnen spelen’
- Aanvallend: ‘We creëren een overtal rondom de bal’
Het werken met spelprincipes heeft enkele grote voordelen:
1. Duidelijkheid
Uitleg van de trainer op basis van formaties kan een behoorlijke hoeveelheid informatie opleveren. Wat moest ik ook alweer doen als de tegenstander zo speelt en de bal daar is? Spelprincipes zijn veel overzichtelijker, gelden in elke situatie en zijn daardoor relatief makkelijk te onthouden.
2. Onafhankelijker
Wie de speelwijze vooral laat afhangen van de eigen formatie en die van de tegenstander, moet vooraf veel verschillende scenario’s doornemen. Bovendien kunnen er tijdens de wedstrijd allerlei dingen veranderen. Als spelprincipes leidend zijn, blijven de afspraken op zo’n moment gewoon gehandhaafd en dat biedt de spelers helderheid en rust.
3. Variëren met formaties
Wie patronen vooral inslijpt op basis van formaties, kweekt automatismen die afhankelijk zijn van het systeem waarin wordt gespeeld. Kies je als trainer voor een andere formatie, bijvoorbeeld als je veel blessures hebt of een slechte serie achter de rug hebt, dan vallen de meeste automatismen weg. Door met spelprincipes te werken, blijven de meeste afspraken gewoon hetzelfde. Dat biedt je als trainer ook de kans om gemakkelijker te switchen van formatie op basis van blessureleed of omdat je denkt dat je daarmee de zwakke plekken van de tegenstander bloot kunt leggen.
4. Werken aan de lange termijn
Last but not least: specifieke aanwijzingen en tactische keuzes per wedstrijd kunnen heel effectief zijn, maar wel vooral in dié ene wedstrijd, op dát ene moment. Door te werken aan je spelprincipes ontwikkel je het team op de lange termijn. Spelers die oppikken wat je ze leert, kunnen dit het hele seizoen gebruiken.
Principes binnen Enterprise Architectuur
Bovenstaande voordelen zou je bijna 1-op-1 uit een boek over Enterprise Architectuur en het hoofdstuk architectuurprincipes kunnen halen. Architectuurprincipes:
- geven richting aan gedrag, gericht op het realiseren van de doelen;
- zijn (daarmee) beperkend én ruimtescheppend;
- zijn afgeleid van of in lijn met de missie, visie en kernwaarden en doelen van de organisatie;
- zijn (relatief) stabiel.
Ze zijn belangrijk omdat als je samen doelen wilt bereiken, het handig is om met elkaar wat spelregels af te spreken en dingen in samenhang te bekijken.
Principes in een dynamische context
We zien in de benadering van (spel)principes het inzicht dat niet alles met systemen en formaties te beantwoorden is. Vergelijk de opstelling van een voetbalteam maar eens met het organogram van een organisatie. Het geeft de belangrijke functies en rollen weer, maar niet hoe ze zich moeten gedragen. Dat geldt zeker voor een voetbalteam waarin er een directe feedback is met van de ‘buitenwereld’ de tegenstander) op haar handelen, maar ook voor organisaties. Een organisatie staat ook in verbinding met haar omgeving en alle leden van de organisatie staan ook weer in verbinding met elkaar. En zij reageren op elkaar. Dit sluit op aan op enkele stromingen uit de organisatiewetenschappen. Die meer natuurwetenschappelijke stromingen leren ons hoe een systeem in staat is zichzelf aan te passen door hoe het georganiseerd is: niet door een ingewikkeld of slim ontwerp, maar door een aantal ervaringsregels en een slim en dynamisch onderscheid tussen binnen en buiten (Bron: de organisatie als systeem, een caleidoscoop van zienswijzen, van Oss & Kessener, 2018).
Wat kunnen we leren?
Waar het in organisaties toch vaak over structuren, posities en de formele lijnen gaat, zegt dit niets over hoe een organisatie en haar leden zich daadwerkelijk zouden moeten gedragen om succesvol te zijn. Bovendien zijn deze discussies vaak intern gericht gaan ze minder over hoe we willen dat we ons in een dynamische context gedragen. Misschien kan de voetbalmetafoor ons helpen om dat aspect onder de juiste aandacht te brengen. Spelprincipes kunnen een team de gewenste duidelijkheid, stabiliteit en wendbaarheid geven. Architectuurprincipes kunnen datzelfde doen voor een organisatie.
Tegelijkertijd is het de uitdaging om de juiste principes te vinden die daadwerkelijk handelingsperspectief en spelvreugde bieden. Dat houdt in dat we wellicht meer moeten zoeken naar principes die iets zeggen over processen, mens en cultuur in plaats van over applicaties en technische infrastructuur. Gebruik als kwaliteitscriterium voor die principes de kenmerken van de spelprincipes: verwachten we met deze principes dezelfde voordelen te behalen?
Tot slot: spelprincipes zijn trainbaar. In hoeverre hebben we bij het opstellen van architectuurprincipes eigenlijk aandacht voor implementatie of ‘training’? Blijft de toepassing van de architectuurprincipes niet te vaak hangen bij de architecten aan de zijlijn? Om in de voetbalmetafoor te blijven: wat zou het mooi zijn als de spelers (professionals) de (spel)principes hanteren, niet dat de trainer/coach (architect) langs de lijn ze constant hoeft te roepen.
Kortom, het benaderen van architectuurprincipes als of het uitbreiden ervan met spelprincipes kan een verrijking voor het vakgebied enterprise architectuur betekenen en daarmee organisaties succesvoller maken en het spel leuker.