AI en architectuur: vriend of vijand?
De opmars van kunstmatige intelligentie (AI) is onmiskenbaar. Wat begon als experimenteel domein in laboratoria, is nu verweven met onze dagelijkse praktijk. Chatbots beantwoorden klantvragen, algoritmes helpen artsen diagnoses stellen en generatieve AI maakt softwareontwikkeling sneller dan ooit. Maar wat betekent deze ontwikkeling voor het vakgebied enterprise-/bedrijfs-/informatie -/data architectuur?
Tussen verwondering en verwarring
AI roept zowel enthousiasme als onzekerheid op. Enthousiasme over de enorme potentie: AI kan repetitief werk overnemen, inzichten genereren uit grote hoeveelheden data en processen efficiënter maken. Tegelijk heerst er verwarring: hoe betrouwbaar zijn AI-uitkomsten? Waar komt de data vandaan? Wie is verantwoordelijk bij fouten?
Voor ons als architecten raakt dit de kern van ons werk. Wij structureren, verbinden en zorgen dat veranderingen beheerst en in samenhang plaatsvinden. AI gooit bestaande structuren soms omver. Traditionele modellen passen niet altijd op zelflerende systemen. Transparantie en uitlegbaarheid – altijd al belangrijk – worden nu urgent.
Verlies van grip?
Sommige collega’s vrezen een verlies van regie. AI ontwikkelt zich razendsnel, vaak buiten ons gezichtsveld. Businessafdelingen experimenteren zelfstandig met tools zoals ChatGPT of Copilot, zonder architectuurafstemming. Dat is begrijpelijk om meerdere redenen:
• De tools zijn laagdrempelig en direct beschikbaar: iedereen met internettoegang kan ChatGPT, Copilot of andere AI-tools gebruiken, zonder complexe infrastructuur of diepgaande IT-kennis.
• De druk op innovatie en efficiency is hoog: businessafdelingen staan onder druk om sneller te leveren, efficiënter te werken of kosten te besparen. AI lijkt een snelle oplossing.
• Architectuur wordt als vertragend ervaren: in plaats van als versneller, wordt architectuur helaas nog regelmatig gezien als ‘controlelaag’ of ‘hindernis’, zeker als besluitvorming traag verloopt.
• Experimenteren is aantrekkelijk – AI is nieuw en spannend. Er is veel ruimte om te ‘proberen wat werkt’, vooral bij niet-kritische toepassingen. Die ruimte wordt gepakt.
Toch schuilt hierin ook een risico. Zonder heldere kaders kunnen er binnen één organisatie meerdere AI-oplossingen ontstaan die niet met elkaar communiceren, niet herbruikbaar zijn of data gebruiken waarvan de kwaliteit of herkomst onduidelijk is. Denk aan privacygevoelige informatie die in externe AI-modellen belandt, of beslismodellen die niet uitlegbaar zijn voor auditors of toezichthouders.
Architectuur is er dan niet om te vertragen, maar juist om deze versnelling in goede banen te leiden. Door spelregels af te spreken over datagebruik, ethiek, transparantie en integratie, helpen we voorkomen dat waardevolle experimenten doodlopen in niet implementeerbare oplossingen. Zo versterken we innovatie met samenhang en richting.
Nieuwe kansen voor architectuur
Ik zie AI niet als de ondergang van ons vak. Integendeel. Juist in een wereld van snelle verandering en toenemende complexiteit is architectuur belangrijker dan ooit. Wij kunnen structuur aanbrengen in AI-initiatieven, zorgen voor integriteit van data en helpen AI-oplossingen duurzaam in te bedden in het landschap.
AI helpt ons bovendien zelf ook. Denk aan AI-ondersteuning bij modelleren, analyseren van applicatielandschappen of genereren van documentatie. Wat ooit dagen kostte, lukt straks in uren. Dat geeft ruimte voor meer strategische dialoog met business en bestuur.
Samen slimmer
AI vraagt om samenwerking tussen architecten, informatiemanagers, data scientists, ethici en businessgebruikers. Architectuur biedt het speelveld waarin die samenwerking vorm krijgt, AI vult dit aan door snel en geautomatiseerd patronen te ontdekken die mensen over het hoofd zien. Architectuur zorgt dat die versnelling wél verantwoord en duurzaam plaatsvindt, dat AI-oplossingen passen bij de strategie en binnen de wetgeving, en aansluiten op bestaande processen en systemen. AI kan context missen; architectuur biedt die context. AI leert van data; architectuur zorgt dat die data vindbaar, betrouwbaar en bruikbaar zijn.
De toekomst is dus niet AI óf architectuur. De toekomst is AI én architectuur.